Koningseider, detail
John James Audubon in het Teylers Museum, Haarlem
Het is jammer dat de website van het Teylers Museum zo ongekend saai en onleesbaar is vormgegeven(inmiddels veranderd 04-08-'09), terwijl ze zoveel fraais in huis hebben. Wat zou daar een veel gekkere website van te maken zijn, als je alle apparaten en fossielen alleen al voor de geest haalt, die het museum herbergt.
De tentoonstelling van het duurste boek ter wereld: "The Birds of America" van de Amerikaanse vogelschilder John James Audubon (1785-1851) was ontegenzeggelijk imposant en behoeft eigenlijk krans noch uitleg van mijn kant.
Een paar boeken lagen opengeslagen in ieder een aparte vitrine. Diverse films over uiteenlopende vogels en Audubon werden er vertoond. Een enorme selectie werken hing ook verspreidt over een van de muren. Daaronder tegenaan een aantal kasten met weer heel andere boeken met flora en fauna.
Ook was er een reeks kabinetten met de combinatie opgezette vogels en prenten van Audubon. De vogels staken soms ietwat mottig af tegen de heldere platen met scherpe lijn en kleurvlakken.
En wel een droef besef dat sommige dieren al jong dood waren, zoals bij de drie trompetzwanen; niet alleen een volwassen exemplaar maar ook een jaarling en een kuiken.
Verder stonden hier onder andere opgesteld: een gier, een witbuikreiger, bruine pelikaan, Groenlandse giervalken(winterkleed; wit), Jan van Genten en een zeearend.
Werkelijk walgelijk waren de twee voorbeelden van hoeden die men in de eerste decennia van de 20e eeuw pleegde te dragen. Helaas, of misschien gelukkig maar, is geen enkele foto hiervan gelukt. Een van de hoeden, die mij het meest fascineerde, was gemaakt van een paar "kleine paradijsvogels".
De vogelkoppen staken, soms met open gesperde bek, 'melodieus' uit de vreselijk lelijk geordende veren.
Ik denk dat daar het verschil met bijvoorbeeld een Indianentooi 'm ook zit: die weten de veren mooi en imposant te ordenen en ik kan mij geen tooi herinneren waar de vogelkoppen dusdanig in verwerkt zijn?
De dameshoeden, in bezit van Maison de Bonnetrie, waren een totale ellendige miserabele gruwelijke misinterpretatie. Misbruik.
Na alles minitieus bekeken te hebben, heb ik mij losgerukt uit de weelde aan details en ben de rest van de collectie gaan bekijken.
Daarover welicht meer, een andere keer!
Teylers Museum website
NRC Handelsblad over Audubon
Foto's van mijn hand
Eerder gepubliceerd op oude weblog 19 januari 2008
John James Audubon in het Teylers Museum, Haarlem
Het is jammer dat de website van het Teylers Museum zo ongekend saai en onleesbaar is vormgegeven(inmiddels veranderd 04-08-'09), terwijl ze zoveel fraais in huis hebben. Wat zou daar een veel gekkere website van te maken zijn, als je alle apparaten en fossielen alleen al voor de geest haalt, die het museum herbergt.
De tentoonstelling van het duurste boek ter wereld: "The Birds of America" van de Amerikaanse vogelschilder John James Audubon (1785-1851) was ontegenzeggelijk imposant en behoeft eigenlijk krans noch uitleg van mijn kant.
Een paar boeken lagen opengeslagen in ieder een aparte vitrine. Diverse films over uiteenlopende vogels en Audubon werden er vertoond. Een enorme selectie werken hing ook verspreidt over een van de muren. Daaronder tegenaan een aantal kasten met weer heel andere boeken met flora en fauna.
Ook was er een reeks kabinetten met de combinatie opgezette vogels en prenten van Audubon. De vogels staken soms ietwat mottig af tegen de heldere platen met scherpe lijn en kleurvlakken.
En wel een droef besef dat sommige dieren al jong dood waren, zoals bij de drie trompetzwanen; niet alleen een volwassen exemplaar maar ook een jaarling en een kuiken.
Verder stonden hier onder andere opgesteld: een gier, een witbuikreiger, bruine pelikaan, Groenlandse giervalken(winterkleed; wit), Jan van Genten en een zeearend.
Werkelijk walgelijk waren de twee voorbeelden van hoeden die men in de eerste decennia van de 20e eeuw pleegde te dragen. Helaas, of misschien gelukkig maar, is geen enkele foto hiervan gelukt. Een van de hoeden, die mij het meest fascineerde, was gemaakt van een paar "kleine paradijsvogels".
De vogelkoppen staken, soms met open gesperde bek, 'melodieus' uit de vreselijk lelijk geordende veren.
Ik denk dat daar het verschil met bijvoorbeeld een Indianentooi 'm ook zit: die weten de veren mooi en imposant te ordenen en ik kan mij geen tooi herinneren waar de vogelkoppen dusdanig in verwerkt zijn?
De dameshoeden, in bezit van Maison de Bonnetrie, waren een totale ellendige miserabele gruwelijke misinterpretatie. Misbruik.
Na alles minitieus bekeken te hebben, heb ik mij losgerukt uit de weelde aan details en ben de rest van de collectie gaan bekijken.
Daarover welicht meer, een andere keer!
Teylers Museum website
NRC Handelsblad over Audubon
Foto's van mijn hand
Eerder gepubliceerd op oude weblog 19 januari 2008