Everzwijn
Dit merkwaardige everzwijn trof ik onlangs in een etalage in Antwerpen aan.
Nog steeds is het mij een raadsel waar het voor heeft gediend of misschien op een dag weer voor zal dienen. Het is vast al een oud ding.
Misschien is het wel een borstel om het vuil onder de nagels vandaan te schrobben, hoewel daar de haren mij te dik en stug voor lijken te zijn. Maar wellicht had men vroeger lange nagels en ruimte genoeg tot het vlees van de vingers?
Zouden de haren van het everzwijn, die mooi verdeeld zijn opgeknipt als tandenstoker zijn bedoeld? Dat je ze er naar believen één voor één uit kan trekken? Als snorborstel? Kinkrabbertje? Een kin past er net in?! Voor het opwrijven van de neus van een schoen, zou dat gaan?
Hoeveel van die beeldjes zouden er uit een vacht van één zwijn zijn gehaald?
Of zou je het vachtje uit het lijf van het zwijn kunnen optillen en dat er dàn een borstel te voorschijn komt, voor de wel wat meer verfijnde nagels?
Misschien is het louter een morbide object om op de schoorsteenmantel te laten prijken en af en toe gedachtenloos een aai te geven, als was je de wilde krachten van het everzwijn met liefdevol gemak de baas.
Nu valt me de beer pas op, in de achtergrond, rechtsboven, die zijn rug heeft verruild voor een speldenkussen ...
Eerder gepubliceerd op 13 mei 2008